Basis - formules met letters
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Basis - formules met letters eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Theorie
Uitdaging
Met formules met letters kun je duidelijk maken hoe je iets kunt uitrekenen. Hoe een formule met letters werkt en hoe je ermee kunt rekenen, leggen we je uit in deze theorie.
Methode
Om uit te leggen hoe een formule met letters gevormd kan worden uit een woordformule, bekijken we eerst het voorbeeld van Quintien.
Voorbeeld 1
Quintien spaart elke week 10 euro van zijn zakgeld. In zijn spaarpot zit al 100 euro van zijn verjaardag. We kunnen hier een woordformule van maken die er als volgt uitziet:
Spaargeld Quintien = 100 + 10 x aantal weken
Om dit korter te kunnen schrijven kunnen we in plaats van woorden gebruik maken van letters die als het ware een afkorting zijn van dat woord. Zo kun je bovenstaande woordformule als volgt korter schrijven:
S = 100 + 10w
Voorbeeld 2
Kim koopt een prepaid kaart voor 35 euro. Voor bellen betaalt zij 0,25 euro per minuut.
Geef de letterformule voor het Beltegoed B en reken uit hoeveel beltegoed Kim nog heeft na 30 minuten bellen.
B = 35 – 0,25m
B = 35 – 0,25 x 30 = 35 – 7,5 = 27,5
Vuistregels
Woordformule: Spaargeld = 100 + 10 x aantal weken
Letterformule: S = 100 + 10w
Voorbeeldvraag
Tim zoekt schelpen op het strand, hij vindt iedere minuut 5 schelpen. Hij had er al 25 toen hij begon met zoeken. Wat is de bijbehorende letterformule?
Uitwerking: S = 25 + 5m