Hoeken meten
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Hoeken meten eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Theorie
Uitdaging
Hoeken kun je opmeten. We bespreken hier hoe je dit doet.
Methode
Hoeken meten
Om hoeken te meten maak je gebruik van een geodriehoek. Je gaat als volgt te werk:
- Stap 1: Je legt je geodriehoek op de hoek die je wilt meten.
- Stap 2: De 0 van de geodriehoek leg je op het hoekpunt en de lange kant van de geodriehoek leg je langs een been van de hoek.
- Stap 3: Lees het aantal graden langs de rand van de geodriehoek af op het punt waar het andere been loopt.
Let op: als de driehoek die je wilt opnemen een stuk kleiner is dan je geodriehoek, dan kun je de grootte van de hoek niet goed aflezen. Je moet dan de lijnen van de driehoek doortrekken, zodat je wel goed het aantal graden van de hoeken kunt aflezen.
Vuistregels
- Gebruik je geodriehoek om hoeken te meten en te tekenen.
Voorbeeldvraag
Zie de afbeelding met hoeken.
Welke van deze hoeken heeft een hoek tussen de 80° - 100°?
Uitwerking:
Je moet inschatten hoe een hoek van 80°-100° er uitziet.
Hoek 1 is een zeer scherpe en kleine hoek, deze is minder dan 30°.
Hoek 2 is juist een stompe en grote hoek, deze is rond de 120°.
Hoek 3 is het juiste antwoord. Deze hoek kun je inschatten rond de 90°.