Het meest gebruiksvriendelijke oefenprogramma vól slimmigheden
Optellen en aftrekken met behulp van trucjes
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Optellen en aftrekken met behulp van trucjes eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Optellen en aftrekken met behulp van trucjes
Theorie
Uitdaging
De theorie achter optellen en aftrekken is vrij eenvoudig maar de toepassingen kunnen soms wat moeilijker zijn. Daarvoor zijn er trucjes bedacht.
Hoe deze trucjes precies werken leer je in deze theorie.
Methode
Rekenen met tientallen
Voorbeeld: 50 + 60
- Eerst berekenen we 5 + 6 = 11
- Vervolgens voeg je de nul weer toe: 50 + 60 = 110
Pas wel op dat je niet per ongeluk dit trucje verkeerd toepast, door bijvoorbeeld 5 + 60 op dezelfde manier op te tellen. Je kan dit alleen gebruiken als je met 2 tientallen te maken hebt.
Vereenvoudigen
Soms kun je een som veel makkelijker maken door de getallen te vereenvoudigen.
Je kunt -99 bijvoorbeeld ook schrijven als -100 + 1.
Voorbeeld: 567 - 99
- 567 - 99
- 567 - 100 + 1
- 467 + 1 = 468
Verder is het belangrijk dat je handigheid krijgt in rekenen, sommige getallen zijn bijvoorbeeld precies 100 bij elkaar en daardoor kun je met een handig tussenstapje makkelijker rekenen.
Voorbeeld: 45 + 65 + 55
- Tel 45 en 55 bij elkaar op, zo ontstaat:
- 100 + 65 = 165
Vuistregels
- Laat de nullen eerst weg als je met tientallen rekent. Vergeet niet de 0 er bij het eindantwoord weer bij te zetten.
- Vereenvoudig sommen door eerst een deel alvast uit te rekenen of te vervangen door andere getallen.
Voorbeeldvraag
a. 500 + 900
b. 387 - 97
c. 124 + 95 + 76
Uitwerking
a. Bereken 5 + 9 = 14. Tel vervolgens de nullen hier bij op: 1400.
b. Vereenvoudig de som door -97 te vervangen door -100 + 3
387 - 100 + 3
287 + 3 = 290
c. Los eerst de som 124 + 76 = 200 op en tel hier vervolgens 95 bij op.
200 + 95 = 295
