Gevorderd - negatieve getallen optellen en aftrekken
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Gevorderd - negatieve getallen optellen en aftrekken eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Theorie
Uitdaging
Net zoals met positieve getallen, moet je ook leren rekenen met negatieve getallen. Een negatief getal kun je herkennen aan het min-teken voor het getal.
In deze theorie leer je hoe je met negatieve getallen kunt optellen en aftrekken.
Methode
Voor het optellen van negatieve getallen gebruik je de regel:
- + - = -
Zo is bijvoorbeeld 19 + -2 = 19 - 2 = 17.
Het optellen van een negatief getal is hetzelfde is als het aftrekken van een positief getal.
Voor het aftrekken van negatieve getallen gebruik je de regel:
- - - = +
Zo is bijvoorbeeld 9 - - 2 = 9 + 2 = 11.
Het aftrekken van een negatief getal is hetzelfde als het optellen van een positief getal.
Als er haakjes in de som staan, werk je die eerst weg.
-3 + (2 - -4) - 1
= -3 + (2 + 4) - 1
= -3 + 6 - 1
= 2
Vuistregels
- + - = -
- - - = +
Voorbeeldvraag
Bereken.
a. -4 + -9
b. $$3 + -3\frac{2}{3}$$
Uitwerking
a. - + is hetzelfde als -. Dus -4 - 9 = -13
b. $$-\frac{2}{3}$$
b. 3+−3233+−3233+−3233+−323