Het meest gebruiksvriendelijke oefenprogramma vól slimmigheden

Welke lesstof is er beschikbaar in het programma van Slimleren?

Zijden benoemen van rechthoekige driehoeken

Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Zijden benoemen van rechthoekige driehoeken eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.

Zijden benoemen van rechthoekige driehoeken
  • rechthoekige driehoek
  • rechthoekszijde
  • schuine zijde
  • aanliggende rechthoekszijde
  • overstaande rechthoekszijde
  • sinus
  • cosinus
  • tangens

  Theorie

Uitdaging

In plaats van de verticale verplaatsing en de horizontale verplaatsing, hebben we het in driehoeken ook wel over de overstaande rechthoekzijde en de aanliggende rechthoekzijde.

Elke driehoek heeft 3 zijden. De schuine zijde (ook wel de langste zijde genoemd) ligt ALTIJD tegenover de rechte hoek. De zijden die aan de rechte hoek vast zitten heten de rechthoekzijden. Je weet pas wat de overstaande rechthoekzijde of de aanliggende rechthoekzijde is als je weet vanuit welke hoek je moet kijken.

Methode

In de afbeelding zie je rechthoekige driehoek ABC

De rechthoekszijden zijn de zijden die aan de rechte hoek liggen. Bij deze driehoek is A

de rechte hoek. De rechthoekszijden zijn dus zijde AB
en zijde AC
.
De schuine zijde is de zijde die tegenover de rechte hoek ligt. Bij deze driehoek is dat zijde BC

In de andere afbeelding zie je rechthoekige driehoek DEF

.

In deze driehoek is F

de rechte hoek. Zijde DF
en zijde EF
zijn de rechthoekszijden en zijde DE
is de schuine zijde.
Rechthoekszijde DF
is een been van D
en heet daarom de aanliggende rechthoekszijde van D
.
Rechthoekszijde EF
ligt tegenover D
en heet daarom de overstaande rechthoekszijde van D
.
Op deze manier kan je ook zien dat rechthoekszijde EF
de aanliggende rechthoekszijde van E
is en dat rechthoekszijde DF
de overstaande rechthoekszijde is van E
.

LET OP: JE KIJKT NOOIT VANUIT DE RECHTE HOEK!

  Vuistregels

  • De schuine zijde ligt tegenover de rechte hoek.
  • Rechthoekszijden zijn benen van de rechte hoek.

  Voorbeeldvraag

a. Wat is de aanliggende rechthoekszijde van M

in KLM
?

b. Wat is de schuine zijde van NOP

?

c. Wat is de overstaande rechthoekszijde van S

in RST
?

 

 Uitwerking:

 a. Zijde KM

is de aanliggende rechthoekszijde van M
. K
is de rechte hoek en zijde KM
en zijde KL
zijn dus rechthoekzijden. KM
is een been van K
 en is dus de aanliggende rechthoekszijde van K
.

 b. Zijde NO

is de schuine zijde. P
is de rechte hoek. Zijde NO
ligt tegenover P
en is dus de schuine zijde.

 c. Zijde RT

is de overstaande rechthoekszijde van S
. R
is de rechte hoek en zijde RT
en zijde RS
zijn dus rechthoekszijden. RT
ligt tegenover S
en is dus de overstaande rechthoekszijde van S
.

Benieuwd geworden naar Slimleren?
Start een gratis pilot