Rekenen met tabellen
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Rekenen met tabellen eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Theorie
Uitdaging
Sommige informatie is beter te overzien als het in een tabel staat. Bijvoorbeeld het aantal inwoners per land in Europa. Soms kun je nieuwe informatie verkrijgen of missende informatie vinden door getallen in de tabel te combineren.
In deze theorie leggen we je uit hoe je kunt rekenen met tabellen.
Methode
"Finland heeft een inwonersaantal (x1.000) van 5.269, Duitsland van 80.997, Luxemburg van 521, Zweden van 9.724, Spanje van 47.438 en Griekenland van 10.776."
Als je wordt gevraagd wat het inwonersaantal van Zweden is, dan kun je dat nu nog best eenvoudig in de zin terugvinden. Stel dat je ook informatie hebt over het aantal fietsen per land en de dichtheid (dat is het aantal fietsen per 100.000 inwoners), dan is het overzichtelijker om de informatie in een tabel te verwerken:
$$\newcommand\T{\Rule{0pt}{.8em}{.8em}} \begin{array}{c|c|c|c}\mbox{ Land} & \mbox{Inwoners (x1.000)} & \mbox{Aantal fietsen (x1.000)} & \mbox{ Dichtheid} \T \\\hline\\\hline \mbox{ Finland} & 5.269 & a & 1.200 \T\\\hline\mbox{Duitsland} & 80.997 & 11.250 & b \T\\\hline \mbox{Luxemburg} & 521 & 150 & 28.791 \T\\\hline \mbox{Zweden} & 9.724 & 1.721 & 17.698 \T\\\hline \mbox{Spanje} & 47.438 & 5.663 & 11.938 \T\\\hline \mbox{Griekenland} & 10.776 & c & 539 \end{array}$$
Je kunt de ontbrekende informatie verkrijgen door getallen te combineren.
We nemen Luxemburg als voorbeeld om uit te leggen hoe je deze informatie moet interpreteren:
- Er zijn 521.000 inwoners in Luxemburg, dit kun je uitrekenen aan de hand van de volgende formule:
$$\mbox{Aantal inwoners} = \frac{\mbox{Aantal fietsen in Luxemburg}}{\mbox{Dichtheid}} \cdot 100.000 = \frac{150.000}{28.791} \cdot 100.000 \approx{520.996} \approx{\mbox{521 (x1.000)}}$$
- Er zijn 150.000 fietsen in Luxemburg, dit kun je uitrekenen aan de hand van de volgende formule:
$$\mbox{Aantal fietsen} = \frac{\mbox{Aantal inwoners}}{100.000} \cdot \mbox{Dichtheid} = \frac{521.000}{100.000} \cdot 28.971 \approx{150.000}$$
- Er zijn 28.791 fietsen per 100.000 inwoners in Luxemburg, dit kun je uitrekenen aan de hand van de volgende formule:
$$\mbox{Dichtheid} = \frac{100.000}{\mbox{Aantal inwoners}} \cdot \mbox{Aantal fietsen} = \frac{100.000}{521.000} \cdot 150.000 \approx{28.791}$$
Deze formules kun je afleiden uit een verhoudingstabel. Een verhoudingstabel maken helpt je dus om ontbrekende getallen te kunnen berekenen.
De verhoudingstabel die bij de informatie over Luxemburg hoort is:
$$\newcommand\T{\Rule{0pt}{1em}{.3em}} \begin{array}{c|c} \mbox{Dichtheid = 28.791} & \mbox{Aantal fietsen = 150.000} \T \\\hline 100.000 \T & \mbox{Aantal inwoners = 521.000} \end{array}$$
Vuistregels
- In de bovenste rij van een tabel zie je welke informatie in de tabel staat. (Soms ook in de linker kolom in plaats van de bovenste rij.)
- Let goed op of sommige aantallen een verkleining zijn van het ware getal. Bijvoorbeeld het aantal fietsen (x1.000).
Voorbeeldvraag
Bereken de ontbrekende getallen die op de plek horen van a, b en c en rond af op 2 decimalen. Bedenk nogmaals dat de dichtheid het aantal fietsen per 100.000 inwoners is.
$$\newcommand\T{\Rule{0pt}{.8em}{.8em}} \begin{array}{c|c|c|c}\mbox{ Land} & \mbox{Inwoners (x1000)} & \mbox{Aantal fietsen (x1.000)} & \mbox{ Dichtheid} \T \\\hline\\\hline \mbox{ Finland} & 5.269 & a & 1.200 \T\\\hline\mbox{Duitsland} & 80.997 & 11.250 & b \T\\\hline \mbox{Luxemburg} & 521 & 150 & 28.791 \T\\\hline \mbox{Zweden} & 9.724 & 1.721 & 17.698 \T\\\hline \mbox{Spanje} & 47.438 & 5.663 & 11.938 \T\\\hline \mbox{Griekenland} & 10.776 & c & 539 \end{array}$$
Uitwerking
a. $$\mbox{Aantal fietsen} = 1.200 \cdot\frac{5.269.000}{100.000} = {63.228}$$
Het aantal fietsen (x1.000) in Finland is $$\frac{63.228}{1.000} \approx{63,23}$$
b. $$\mbox{Dichtheid} = 100.000 \cdot \frac{\mbox{11.250.000}}{\mbox{80.997.000}} =13.889,40$$
Het aantal fietsen per 100.000 in Duitsland is 13.889,40.
c. $$\mbox{Aantal fietsen} = 539 \cdot\frac{10.776.000}{100.000} = {58.082,64}$$
Het aantal fietsen (x1.000) in Griekenland is $$\frac{58.082,64}{1.000} \approx{58,08}$$
$$\newcommand\T{\Rule{0pt}{.8em}{.8em}} \begin{array}{c|c|c|c}\mbox{ Land} & \mbox{Inwoners (x1000)} & \mbox{Aantal fietsen (x1.000)} & \mbox{ Dichtheid} \T \\\hline\\\hline \mbox{ Finland} & 5.269 & 63,23 & 1.200 \T\\\hline\mbox{Duitsland} & 80.997 & 11.250 & 13.889,40 \T\\\hline \mbox{Luxemburg} & 521 & 150 & 28.791 \T\\\hline \mbox{Zweden} & 9.724 & 1.721 & 17.698 \T\\\hline \mbox{Spanje} & 47.438 & 5.663 & 11.938 \T\\\hline \mbox{Griekenland} & 10.776 & 58,08 & 539 \end{array}$$