Driehoeksdiagram
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Driehoeksdiagram eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Theorie
Uitdaging
Een driehoeksdiagram kun je gebruiken als je te maken hebt met 3 onderdelen die met elkaar samenhangen. Uit een driehoeksdiagram kun je percentages aflezen. In totaal wijzen de pijltjes in de driehoeksdiagram percentages aan die gezamenlijk 100% zijn.
Methode
In een driehoeksdiagram kun je het percentage aflezen op elk van de 3 onderdelen aan de hand van een punt in de driehoeksdiagram.
Teken vanuit het punt 3 pijlen. Elke pijl is evenwijdig aan 1 van de zijkanten van de driehoek. Je kunt de score aflezen op het punt waar de pijl de zijkant snijdt.
- Een pijl gaat altijd van het punt af naar de zijkant van de driehoek.
- Vervolgens kun je bij elke pijl het percentage van 1 onderdeel aflezen.
- Elke pijl is evenwijdig aan 1 zijkant.
Als voorbeeld kijken we naar het percentage oogst. Je kunt aan de punt in de driehoeksdiagram aflezen hoeveel procent aardappelen, graan en bieten er is geoogst.
- Je trekt een pijl vanuit het punt horizontaal (evenwijdig aan de onderste zijkant) naar links om af te lezen welk percentage bij aardappelen hoort: 40%.
- Je trekt een pijl schuin omhoog (evenwijdig aan de zijde van aardappelen) om het percentage graan op de rechter zijde af te lezen: 20%.
- Je trekt een pijl schuin naar beneden (evenwijdig aan de zijde van graan) om het percentage bieten op de onderste zijde af te lezen: 40%.
In totaal komt het percentage uit op 100%.
Vuistregels
- De driehoeksdiagram gebruik je om verbanden tussen 3 onderdelen te onderzoeken.
- De 3 pijlen uit een punt op de driehoeksdiagram lopen elk evenwijdig aan een andere zijde van de driehoeksdiagram.
Voorbeeldvraag
In de driehoeksdiagram zijn 3 punten te zien. Bedrijf A, bedrijf B en bedrijf C.
Welk bedrijf heeft het hoogste percentage werknemers tussen de 20 en 30 jaar oud?
Uitwerking:
De rechterzijde van de driehoek gaat over het aantal werknemers tussen de 20 - 30 jaar. Je wilt dus het punt vinden die daar zo hoog mogelijk scoort.
Door pijlen uit elk punt te tekenen kun je het percentage werknemers van een bepaalde leeftijdscategorie aflezen per bedrijf.
Bedrijf A = 30% van de werknemers is tussen de 20 - 30 jaar oud.
Bedrijf B = 20% van de werknemers is tussen de 20 - 30 jaar oud.
Bedrijf C = 50% van de werknemers is tussen de 20 - 30 jaar oud.
Bedrijf C heeft dus het hoogste percentage werknemers tussen de 20 en 30 jaar oud.