Aanzichten op schaal
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Aanzichten op schaal eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Theorie
Uitdaging
Aanzichten geven je informatie over de afmetingen en de vorm van een object. Er zijn verschillende soorten aanzichten en die geven je verschillende informatie.
In deze theorie wordt uitgelegd welke soorten aanzichten er zijn en hoe je berekeningen met aanzichten op schaal kunt uitvoeren.
Methode
Er zijn 3 soorten aanzichten:
- Het bovenaanzicht geeft informatie over de lengte en breedte.
- Het zijaanzicht geeft informatie over de lengte.
- Het vooraanzicht geeft informatie over de breedte.
Zowel het zij- als vooraanzicht geven informatie over de hoogte. In het bovenaanzicht kan je geen hoogte aflezen.
Een schaalmodel is een weergave van een voorwerp of object in een andere maat, meestal een verkleining. Als iets op schaal is gemaakt, betekent dit dat het schaalmodel exact dezelfde verhoudingen heeft als het origineel, maar dan bijvoorbeeld 10 keer zo klein. Als de schaal waarop de verkleining is gemaakt is aangegeven kan je berekenen hoe groot het origineel is.
Een schaal kan bijvoorbeeld 1 : 30 zijn. Dit betekent dat 1 van een bepaalde grootheid hetzelfde is als 30 van die grootheid in het echt. Toegepast op een speelgoed auto betekent dit dat 1 cm van de speelgoed auto, 30 cm van een echte auto zou zijn.
Vuistregels
- Uit een bovenaanzicht kun je de lengte en de breedte aflezen.
- Uit een vooraanzicht kun je de breedte en de hoogte aflezen.
- Uit een zijaanzicht kun je de lengte en de hoogte aflezen.
Voorbeeldvraag
a. In de figuren zijn twee aanzichten van een kerk te zien. Welk aanzicht hoort bij welk figuur?
b. De tekening is op schaal 1 : 200. (1 blokje is 5 mm bij 5mm). Hoe hoog is de kerk?
Uitwerking:
a. Het figuur met de grote bruine voordeur is het vooraanzicht. De andere is het zijaanzicht.
b. We tellen 12 blokjes tot de punt van het dak van de toren. Op schaal weten we dat 1 blokje in het echt 200 keer zo groot is. Dus elk blokje op de tekening is 1 meter in het echt. (5 mm · 200 = 1000 mm = 1 meter)
Nu kunnen we de echte hoogte berekenen: 12 · 1 = 12 meter.