Omrekenen breuken, percentages en kommagetallen
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Omrekenen breuken, percentages en kommagetallen eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Theorie
Uitdaging
Hoe bepaal je welk kommagetal bij een bepaalde breuk hoort, welk percentage bij een bepaald kommagetal, enzovoorts?
Dat leggen we je hier uit.
Methode
Omrekenen van percentage naar breuk
Bekijk bijvoorbeeld naar het percentage: 40%
40% is hetzelfde als de breuk $$\frac{40}{100}$$. Je kunt deze breuk eenvoudiger opschrijven. Je kunt de teller en de noemer namelijk allebei delen door 20.
Je krijgt dan dus: $$\frac{40 : 20}{100 : 20} = \frac{2}{5}$$
De breuk die bij het percentage 40% hoort is dus $$\frac{2}{5}$$.
Omrekenen van breuk naar percentage
Bekijk bijvoorbeeld naar de volgende breuk: $$\frac{3}{4}$$
$$\frac{3}{4}$$ = 3 : 4 = 0,75. Als je dat keer 100 doet, dan kom je uit op 0,75 x 100 = 75.
Het percentage dat bij de breuk $$\frac{3}{4}$$ hoort is dus 75%.
Omrekenen van percentage naar kommagetal
Stel je hebt het volgende percentage: 37,5%
37,5% = $$\frac{37,5}{100}$$ = 0,375
Het kommagetal dat bij het percentage 37,5% hoort is dus 0,375.
Omrekenen van kommagetal naar percentage
Stel je hebt het volgende kommagetal: 0,375
0,375 x 100 = 37,5%
Het percentage dat bij het kommagetal 0,375 hoort is dus 37,5%.
Omrekenen van kommagetal naar breuk
Stel je hebt het volgende kommagetal: 0,16
0,16 is hetzelfde als de breuk $$\frac{16}{100}$$. Je kunt deze breuk eenvoudiger opschrijven. Je kunt de teller en de noemer namelijk allebei delen door 4.
Je krijgt dan dus: $$\frac{16 : 4}{100 : 4} = \frac{4}{25}$$
De breuk die bij het kommagetal 0,16 hoort is dus $$\frac{4}{25}$$.
Omrekenen van breuk naar kommagetal
Bekijk bijvoorbeeld naar de volgende breuk: $$\frac{3}{4}$$
$$\frac{3}{4}$$ = 3 : 4 = 0,75.
Het kommagetal dat bij de breuk $$\frac{3}{4}$$ hoort is dus 0,75.