Gelijkbenige driehoeken
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Gelijkbenige driehoeken eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Theorie
Uitdaging
Driehoeken zijn er in allerlei vormen en maten. Sommige driehoeken hebben een speciale naam. Zo heb je gelijkbenige driehoeken, gelijkzijdige driehoeken en rechthoekige driehoeken.
In deze theorie behandelen we deze verschillende driehoeken.
Methode
Gelijkbenige driehoek
Een gelijkbenige driehoek is één van die bijzondere driehoeken. Een gelijkbenige driehoek is een driehoek met 2 gelijke zijden, dus 2 even lange zijden. In zo'n driehoek worden de zijden die even lang zijn de benen genoemd. De andere zijde heet de basis. De hoeken die aan de basis liggen heten basishoeken. Deze basishoeken zijn beide even groot. De andere hoek heet de tophoek. Let op! De tophoek is niet per se de bovenste hoek, de naam heeft dus niets te maken met de plek van de hoek.
Gelijkzijdige driehoek
Een andere bijzondere driehoek is een gelijkzijdige driehoek. Een gelijkzijdige driehoek heeft 3 gelijke zijden. Hierdoor zijn ook de hoeken bij een gelijkzijdige driehoek gelijk.
Rechthoekige driehoek
Een rechthoekige driehoek is een driehoek met een rechte hoek, een hoek van 90° dus. Een driehoek kan tegelijkertijd gelijkbenig en rechthoekig zijn. Dit noemen we dan een gelijkbenige rechthoekige driehoek.
Vuistregels
- Een gelijkbenige driehoek heeft 2 gelijke zijden.
- Een gelijkzijdige driehoek heeft 3 gelijke zijden.
- Een rechthoekige driehoek heeft een hoek van 90°.