Kwadranten van het assenstelsel
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Kwadranten van het assenstelsel eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Theorie
Uitdaging
De assen van een assenstelsel verdelen het rooster in 4 delen. Deze delen worden kwadranten genoemd. De assen zelf horen niet bij de kwadranten.
Hoe de kwadranten genummerd worden en wat de vuistregels zijn van coördinaten in kwadranten, behandelen we in deze theorie.
Methode
Kwadranten worden als volgt ingedeeld:
$$\newcommand\T{\Rule{0pt}{1em}{.3em}} \begin{array}{c|c} \mbox{Kwadrant}&\mbox{Plaats} \\\hline \mbox{I}&\mbox{Rechtsboven} \\ \mbox{II}&\mbox{Linksboven} \\ \mbox{III}&\mbox{Linksonder} \\ \mbox{IV}&\mbox{Rechtsonder} \end{array}$$
- In kwadrant I zijn de x- en y-coördinaat altijd positief.
- In kwadrant II is de x-coördinaat altijd negatief, en de y-coördinaat altijd positief.
- In kwadrant III zijn de x- en y-coördinaat altijd negatief.
- In kwadrant IV is de x-coördinaat altijd positief, en de y-coördinaat altijd negatief.
Vuistregels
- In kwadrant I zijn de x- en y-coördinaat altijd positief.
- In kwadrant II is de x-coördinaat altijd negatief, en de y-coördinaat altijd positief.
- In kwadrant III zijn de x- en y-coördinaat altijd negatief.
- In kwadrant IV is de x-coördinaat altijd positief, en de y-coördinaat altijd negatief.
Voorbeeldvraag
Geef van de volgende punten aan in welk kwadrant ze staan. Als hulpmiddel kun je de punten in een assenstelsel tekenen.
a. A(1,4)
b. B(-3,-2)
c. C(-1,3)
d. D(2,-3)
Uitwerking
a. Punt A heeft een positieve x-coördinaat en een positieve y-coördinaat. Dit punt ligt dus in kwadrant I.
b. Punt B heeft een negatieve x-coördinaat en een negatieve y-coördinaat. Dit punt ligt dus in kwadrant III.
c. Punt C heeft een negatieve x-coördinaat en een positieve y-coördinaat. Dit punt ligt dus in kwadrant II.
d. Punt D heeft een positieve x-coördinaat en een negatieve y-coördinaat. Dit punt ligt dus in kwadrant IV.