Het meest gebruiksvriendelijke oefenprogramma vól slimmigheden

Welke lesstof is er beschikbaar in het programma van Slimleren?

Woordformules opstellen met optellen

Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Woordformules opstellen met optellen eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.

Woordformules opstellen met optellen
  • woordformules
  • woordformule opstellen
  • rekenen met formules
  • letters in formules
  • rekenen met letters

  Video

  Theorie

Uitdaging

Met woordformules kun je in woorden uitleggen hoe je iets kunt uitrekenen. Als je bijvoorbeeld leest dat het huren van een auto een vast standaardbedrag kost en daarbovenop nog een bepaald bedrag per dag, dan kun je met die gegevens een woordformule maken waarmee je kunt rekenen.

Hoe je een woordformule opstelt leggen we je uit in deze theorie.

Methode

De algemene vorm voor een standaard (lineaire) formule (of functie) is y = ax + b. Je gaat hier alleen maar oefenen met het opstellen van standaard (lineaire) woordformules.

Stappenplan opstellen van woordformules

  • Stap 1: Lees de vraag goed en haal de a uit de tekst.

    a = met hoeveel verandert de waarde van y als er 1 x bijkomt.
    Meestal wordt dit in de tekst aangegeven als het aantal wat eraf gaat of erbij komt.
    Dit getal wordt ook wel het hellingsgetal genoemd.

  • Stap 2: Lees de vraag goed en haal de b uit de tekst.

    b = het getal wat je zou overhouden bij x = 0.
    In de tekst wordt dit vaak aangegeven met de tekst eenmalig of starttarief.
    Als er een vast bedrag is of een starttarief, dan is dit de constante. De constante blijft altijd gelijk.

  • Stap 3: Schrijf de formule voor jezelf op in de vorm van y = ax + en schrijf de woorden voluit (dus niet losse letters maar gewoon in woorden wat het is).

Voorbeeld

Stel dat een schilder 30 euro vraagt voordat hij bij je komt schilderen en daarnaast nog 10 euro per uur. Wat is dan de formule waarmee je uitrekent hoeveel je aan de schilder moet betalen?

  • Stap 1: het hellingsgetal (de a) is hier het uurtarief van 10 euro.
  • Stap 2: de constante is het starttarief van 30 euro.
  • Stap 3: kosten = starttarief + aantal uur · uurtarief

Dus de woordformule is: Kosten = 30 + aantal uur · 10

  Vuistregels

Stappenplan opstellen van woordformules

  • Stap 1: Lees de vraag goed en haal de a uit de tekst.
  • Stap 2: Lees de vraag goed en haal de b uit de tekst.
  • Stap 3: Schrijf de formule voor jezelf op in de vorm van y = ax + en schrijf de woorden voluit (dus niet losse letters maar gewoon in woorden wat het is).

  Voorbeeldvraag

Sarah en Michelle gaan naar de supermarkt om koekjes te kopen. Ze hebben allebei nog één koekje in hun zak. In een pak zitten 8 koekjes. Sarah en Michelle willen graag weten hoeveel koekjes ze hebben als ze een aantal pakken koeken kopen. Hiervoor wilt Michelleeen woordformule opstellen.

a. Wat is de woordformule die Michelle hiervoor zou kunnen opstellen?

b. Hoeveel koekjes hebben Sarah en Michelle als ze 6 pakken koeken kopen?

c. Hoeveel koekjes hebben Sarah en Michelle als ze 11 pakken koeken kopen?

 

Uitwerking

a. Aantal koekjes = 2 + aantal pakken · 8

b. Aantal pakken is 6, vul dit in in de woordformule: Aantal koekjes = 2 + 6 · 8 = 2 + 48 = 50

c. Aantal pakken is 11, vul dit in in de woordformule: Aantal koekjes = 2 + 11 · 8 = 2 + 88 = 90

Benieuwd geworden naar Slimleren?
Start een gratis pilot