Basis - oplossen met inklemmen
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Basis - oplossen met inklemmen eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Theorie
Uitdaging
Hoe lossen we sommen op met de inklem methode?
Methode
Bekijk de volgende som en los op:
17 – x = 13
Om x te berekenen gaan wij steeds een x invullen totdat wij het juiste antwoord krijgen:
Voor x = 1 wordt de som 17 – 1 = 16. Dit is niet gelijk aan 13 en dus niet correct.
Voor x = 10 wordt de som 17 – 10 = 7. Dit is niet gelijk aan 13 en dus niet correct.
Voor x = 5 wordt de som 17 – 5 = 12. Dit is bijna gelijk aan 13, maar niet correct.
Voor x = 4 wordt de som 17 – 4 = 13. Dit is correct.
Bekijk het volgende voorbeeld:
Bram gaat wat klusjes voor de buurman doen en hij kan zijn loon berekenen met de volgende formule, waarbij t tijd in uren is.
Loon = 5,50 + 4 x t
a) Hoeveel heeft Bram verdiend na 6 uur geklust te hebben?
In dit geval is t = 6 en kunnen wij dit in de formule invullen
Loon = 5,50 + 4 x 6
Loon = 5,50 + 24
Loon = 29,50
Bram heeft na 6 uur geklust te hebben 29,50 euro verdiend.
b) Bram heeft na een week 89,50 euro verdiend, hoeveel uur heeft Bram in deze week geklust?
Om t uit te rekenen kun je bovenstaande inklem methode gebruiken:
89,50 = 5,50 + 4 x t
Voor t = 10 wordt de som 5,50 + 4 x 10 = 5,50 + 40 = 45,50. Dit is niet gelijk aan 89,50 en dus niet correct.
Voor t = 20 wordt de som 5,50 + 4 x 20 = 5,50 + 80 = 85,50. Dit is bijna gelijk aan 89,50, maar niet correct.
Voor t = 21 wordt de som 5,50 + 4 x 20 = 5,50 + 84 = 89,50. Dit is correct.
Tip: reken eerst alles met vermenigvuldigen en delen door uit en hierna tel je op of trek je af met de inklem methode!
Opdracht b kunnen wij ook berekenen met de balansmethode:
89,50 = 5,50 + 4 x t
Stap 1: breng losse getallen naar één kant door af te trekken of op te tellen
Trek aan allebei de kanten van het = teken 5,50 af
89,50 – 5,50 = 5,50 – 5,50 + 4 x t
84 = 0 + 4 x t
84 = 4 x t
Stap 2: bereken hoeveel één t is door te delen of vermenigvuldigen
Deel aan allebei de kanten van het = teken door 4
84 : 4 = 4 x t : 4
84 : 4 = 4 : 4 x t
21 = 1 x t
21 = t