Het meest gebruiksvriendelijke oefenprogramma vól slimmigheden

Welke lesstof is er beschikbaar in het programma van Slimleren?

Basisbewerkingen - product, quotiënt, som en verschil

Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Basisbewerkingen - product, quotiënt, som en verschil eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.

Basisbewerkingen - product, quotiënt, som en verschil
  • som
  • product
  • verschil
  • quotient
  • bewerkingen

  Theorie

Uitdaging

In de wiskunde hebben berekeningen wiskundige namen gekregen. Dit is gedaan zodat iedereen precies weet waar het over gaat. Deze wiskundige berekeningen noemen we ook wel bewerkingen.

Hoe je relatief eenvoudige wiskundige bewerkingen kunt uitvoeren leer je in deze theorie en met deze oefeningen.

Methode

  • Een vermenigvuldiging heet in de wiskunde een product.

    Als we gaan kijken naar de vermenigvuldiging van 4 met 5, dan noemen we 4 en 5 de factoren.

    Het product van 4 en 5 is 4 · 5 = 20

  • Een deling heet in de wiskunde een quotiënt.

    Als we kijken naar de deling van 16 door 4, dan noemen we 16 en 4 de factoren.

    Het quotiënt van 16 en 4 is $$ \frac{16}{4} = 4$$

  • Als je 2 getallen bij elkaar optelt dan heet dat in de wiskunde een som.

    Als we kijken naar 4 + 5, dan zijn 4 en 5 de termen.

    De som van 4 en 5 is 4 + 5 = 9

  • Als je 2 getallen van elkaar aftrekt dan heet dat in de wiskunde het verschil.

    Als we kijken naar 12 - 9, dan zijn 12 en 9 de termen.

    Het verschil van 12 en 9 is 12 - 9 = 3

  Vuistregels

  • Een vermenigvuldiging heet in de wiskunde een product.
  • Een deling heet in de wiskunde een quotiënt.
  • Als je 2 getallen bij elkaar optelt dan heet dat in de wiskunde een som.
  • Als je 2 getallen van elkaar aftrekt dan heet dat in de wiskunde het verschil.

  Voorbeeldvraag

Bereken.

a. Het product van 6 en 7

b. Het quotiënt van 20 en 4

c. De som van 9 en 19.

d. Het verschil van 24 en 9.

 

Uitwerking

a. 6 · 7 = 42

b. $$ \frac{20}{4} = 5 $$

c. 9 + 19 = 28

d. 24 - 9 = 15

Benieuwd geworden naar Slimleren?
Start een gratis pilot