Basis - moeilijke woorden
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Basis - moeilijke woorden eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Theorie
Uitdaging
Hoe kom je achter de betekenis van een moeilijk woord?
Methode
Voor de betekenis van moeilijke woorden bestaan geen regels. Met veel oefenen en lezen kom je al een heel eind. Als je het echt niet weet kun je het beste een woordenboek raadplegen.
Voorbeelden van moeilijke woorden zijn:
Fatsoenlijk: met goede manieren.
Marjolein vind dat er fatsoenlijk met haar om moet worden gegaan.
Ziektekiem: micro-organisme dat een ziekte veroorzaakt.
Dokters verdelen ziektekiemen in verschillende categorieën.
Fruiten: in boter langzaam gaar laten worden.
Voordat je het vlees bakt moet je eerst de ui fruiten.
Vuistregels
- Voor de betekenis van moeilijke woorden bestaan geen regels. Met veel oefenen en lezen kom je al een heel eind.
Voorbeeldvraag
Geef de definitie van de volgende woorden:
a. zetel
b. universeel
c. dilemma
Uitwerking:
a. zetel: een stoel of troon
b. universeel: algemeen
c. dilemma: moeilijke keuze tussen twee dingen