Het meest gebruiksvriendelijke oefenprogramma vól slimmigheden
Basisregels - verkleinwoorden
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Basisregels - verkleinwoorden eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Basisregels - verkleinwoorden
Theorie
Uitdaging
Wat is een verkleinwoord en hoe moet je een woord verkleinen?
Methode
Een verkleinwoord is een "verkleinde versie" van een zelfstandig naamwoord. Om een woord te verkleinen voeg je vaak -je of -tje toe aan het woord. Om te bepalen welke je moet gebruiken zijn de volgende basisregels opgesteld:
1 - je
Als de laatste klank klinkt als: k, f, g, p, s of t voeg je -je toe aan het woord:
cognac - congnacje
sloof - sloofje
lach - lachje
knop - knopje
taart - taartje
2 - tje
Woorden met andere eindklanken eindigen meestal op -tje:
stoel - stoeltje
tafel - tafeltje
computer - computertje
gebouw - gebouwtje
gordijn - gordijntje
Let op: er zijn uitzonderingen op deze regels.
Vuistregels
De basisregels voor het spellen van verkleinwoorden zijn:
- Als de laatste klank van een woord klinkt als: k, f, g, p of t voeg je -je toe aan het woord.
- Woorden met andere eindklanken eindigen meestal op -tje.
Voorbeeldvraag
Schrijf het verkleinwoord van de volgende woorden op.
a. pot
b. stoel
c. aap
Uitwerking
a. pot + je = potje
Als de laatste klank klinkt als: k, f, g, p, s of t voeg je -je toe aan het woord.
b. stoel + tje = stoeltje
Als de laatste klank niet klinkt als: k, f, g, p, s of t voeg je vaak -tje toe aan het woord.
c. aap + je = aapje
Als de laatste klank klinkt als: k, f, g, p, s of t voeg je -je toe aan het woord.
