Verschil - persoonlijk & bezittelijk voornaamwoord
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Verschil - persoonlijk & bezittelijk voornaamwoord eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Theorie
Uitdaging
Wat zijn de verschillen tussen het persoonlijk voornaamwoord en het bezittelijk voornaamwoord?
Methode
Een persoonlijk voornaamwoord is een woord dat (meestal) verwijst naar een levend wezen (persoonlijk).
Een bezittelijk voornaamwoord is een woord dat een relatie aangeeft tussen een zelfstandig naamwoord en een persoon, dier of instantie (bezittelijk).
In het volgende overzicht kan je zien wat de verschillende persoonlijke & bezittelijke voornaamwoorden zijn en hoe je deze spelt in de verschillende situaties:
Persoonlijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord
Persoon Ond. vorm Niet-ond. vorm Niet-zelfst. Zelfst.
1e enkelvoud ik mij (me) mijn, m'n mijne
2e enkelvoud jij (je) jou (je) jouw, je jouwe
3e enkelvoud hij, zij, het, u hem, haar, u zijn, z'n, haar, d'r, uw zijne, hare, uwe
1e meervoud wij (we) ons ons, onze onze
2e meervoud jullie, u jullie, u jullie, je, uw uwe
3e meervoud zij (ze) hen, hun (ze) hun hunne
Bedenk altijd goed of je te maken hebt met een persoonlijk voornaamwoord of een bezittelijk voornaamwoord en bepaal vervolgens de correcte spelling.
Vuistregels
Een persoonlijk voornaamwoord is een woord dat (meestal) verwijst naar een levend wezen (persoonlijk) en de spelling is afhankelijk van:
- de persoon en getal (1e, 2e of 3e, enkelvoud of meervoud),
- het geslacht (mannelijk, vrouwelijk of onzijdig) en
- of het voornaamwoord het onderwerp in de zin is of een andere functie heeft.
Een bezittelijk voornaamwoord is een woord dat een relatie aangeeft tussen een zelfstandig naamwoord en een persoon, dier of instantie (bezittelijk) en de spelling is afhankelijk van:
- de persoon en getal (1e, 2e of 3e, enkelvoud of meervoud),
- het geslacht (mannelijk, vrouwelijk of onzijdig) en
- of het voornaamwoord zelfstandig is of niet-zelfstandig is.
Voorbeeldvraag
Welk voornaamwoord hoort in welke zin te staan?
a. Wil ..... (1) me even die kop suiker aangeven?
b. Ik vind dat Leo best mag weten dat dat ..... (2) verantwoordelijkheid is.
c. Die nieuwe messenset die bezorgd is zal ongetwijfeld van ..... (3) zijn, ouwe carnivoor!
- jouw
- jou
- je
Uitwerkingen
a. Wil je me even die kop suiker aangeven?
b. Ik vind dat Leo best mag weten dat dat jouw verantwoordelijkheid is.
c. Die nieuwe messenset die bezorgd is zal ongetwijfeld van jou zijn, ouwe carnivoor!