Aanvullende regels - bijvoeglijk naamwoord
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Aanvullende regels - bijvoeglijk naamwoord eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Theorie
Uitdaging
Wat zijn de aanvullende regels over de spelling van bijvoeglijke naamwoorden?
Methode
Soms verandert het bijvoeglijk naamwoord een beetje als je er een e aan vast plakt, bijvoorbeeld een medeklinker die erbij komt zodat de klank hetzelfde blijft, of een letter die verandert. Hieronder staan alle aanvullende regels die je moet weten om bijvoeglijk naamwoorden altijd goed te kunnen spellen.
1 - lange klank (2 dezelfde klinkers + 1 medeklinker): klinker weg
Indien het bijvoeglijk naamwoord een lange klank heeft met 2 dezelfde klinkers achter elkaar en daarachter een medeklinker (bijvoorbeeld zuur, rood of wreed), dan haal je een klinker weg als er een e achter het bijvoeglijk naamwoord komt te staan:
de augurk is zuur - de zure augurk (dus niet zuure)
de kamer is rood - de rode kamer
het schouwspel is wreed - het wrede schouwspel
2 - korte klank (1 klinker + 1 medeklinker): extra medeklinker
Indien het bijvoeglijk naamwoord een korte klank heeft met één klinker en één medeklinker (bijvoorbeeld dik, dun of net), dan zet je er een klinker bij als er een e achter het bijvoeglijk naamwoord komt te staan, zodat de klank kort blijft:
de agent is dik - de dikke agent (dus niet dike)
het model is dun - het dunne model
de zakenman is net - de nette zakenman
3 - f wordt soms een v
Indien het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een f, dan wordt het soms (maar niet altijd!) een v als je er een e achter plakt:
de bejaarde is doof - de dove bejaarde
de diamant is gaaf - de gave diamant
de mosterd is grof - de grove mosterd (dus niet groffe)
het dier is suf - het suffe dier (dus niet altijd een v)
de vriend is maf - de maffe vriend
4 - s wordt soms een z
Indien het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een s, dan wordt het soms (maar niet altijd!) een z als je er een e achter plakt:
de kaas is vies - de vieze kaas
de oma is boos - de boze oma
de vrouw is ambitieus - de ambitieuze vrouw
de elleboog is beurs - de beurse elleboog (dus niet altijd een z)
het onderdeel is los - het losse onderdeel
5 - aparte spelling "stoffelijk" bijvoeglijk naamwoord
Soms wordt het bijvoeglijk naamwoord gebruikt om aan te geven van wat voor materiaal het zelfstandig naamwoord gemaakt is. Bijvoorbeeld een dak van steen, een jas van wol of een racket van hout. Als je deze bijvoeglijk naamwoorden vóór de zelfstandig naamwoorden zet, dan komt er niet alleen een e achter te staan, maar ook een n, dus +en:
de bunker is van beton - een betonnen bunker
de steen is van diamant - de diamanten steen
de deur is van glas - de glazen deur
het bankstel is van stof - het stoffen bankstel
de laarzen zijn van leer - de leren laarzen
de stok is van hout - de houten stok
de stang is van ijzer - de ijzeren stang
Als het gaat om relatief "nieuwe" stoffen, dus stoffen die vroeger niet bestonden, dan wordt er meestal helemaal niks achter geplakt en blijft het gewoon het originele woord:
de stoel is van plastic - de plastic stoel
het jasje is van suède - het suède jasje
de plant van bamboe - de bamboe plant
Als je het moeilijk vindt om te bepalen of een bijvoeglijk naamwoord nou wel of niet een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is, zet dan in gedachte het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord en probeer er dan "van" tussen te zetten. Als dit lukt, dan is het zeker een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord!
het betonnen huis - het huis van beton (dus beton is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord)
Vuistregels
Aanvullende regels bijvoeglijke naamwoorden:
- lange klank (2 dezelfde klinkers + 1 medeklinker): klinker weg
- korte klank (1 klinker + 1 medeklinker): extra medeklinker
- f wordt soms een v
- s wordt soms een z
- "stoffelijk" bijvoeglijk naamwoorden volgen aparte regels
Voorbeeldvraag
Wat is de correcte spelling van het bijvoeglijk naamwoord?
a. het klimrek is van metaal - het ...... klimrek
b. de vriendinnen zijn lief - de ...... vriendinnen
c. de oude man is gul - de ...... oude man
Uitwerkingen
a. het klimrek is van metaal - het metalen klimrek
b. de vriendinnen zijn lief - de lieve vriendinnen
c. de oude man is gul - de gulle oude man