Basisregels meervoud - zelfstandig naamwoord
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Basisregels meervoud - zelfstandig naamwoord eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Theorie
Uitdaging
Wat is een zelfstandig naamwoord en wat zijn de basisregels van de spelling van zelfstandig naamwoorden?
Methode
Een zelfstandig naamwoord is een woord dat een zelfstandigheid aanduidt. Zo kan het bijvoorbeeld aanduiden:
- een persoon of dier (man, vrouw, oom, hond)
- een eigennaam (Gerrit, Coca Cola, Apple)
- een ding (plant, fiets, berg)
- een gebeurtenis (ontvoering, feest)
- een plaats (Amsterdam, kantoor)
- niet-concrete dingen (geluk, warmte)
Zelfstandig naamwoorden komen voor in bijna alle zinnen en je kent er al heel veel! De meeste zelfstandig naamwoorden hebben een enkelvoud & meervoud en je kunt meestal de woorden de, het of een ervoor zetten.
De basisregels om het meervoud van een zelfstandig naamwoord correct te spellen zijn als volgt:
1 - Meervoud = enkelvoud + en
Veel zelfstandig naamwoorden krijgen de letters -en achter de enkelvoudsvorm:
een boek - de boeken
een kast - de kasten
een berg - de bergen
2 - aa/ee/oo/uu + medeklinker: een klinker weglaten
Als het zelfstandig naamwoord (enkelvoud) eindigt op twee dezelfde klinkers met daarachter een medeklinker (-aat, -ook, -uur), dan laat je in het meervoud een klinker weg:
een knoop - de knopen
een plaat - de platen
een avontuur - de avonturen
3 - a/e/i/o/u + medeklinker: medeklinker erbij
Als het zelfstandig naamwoord (enkelvoud) eindigt op een losse klinker (= korte klinker) met daarachter een medeklinker, dan komt er in het meervoud een medeklinker bij zodat het een korte klank blijft:
een stip - de stippen
een prullenbak - de prullenbakken
een zin - de zinnen
Let op: soms verandert in het meervoud de klank naar een lange klank, dan komt er geen extra medeklinker bij (bijvoorbeeld: dak - daken).
Vuistregels
- meervoud = enkelvoud + en
- aa/ee/oo/uu + medeklinker: een klinker weglaten
- a/e/i/o/u + medeklinker: medeklinker erbij
Voorbeeldvraag
Hoe schrijf je het meervoud van deze zelfstandige naamwoorden?
a. wasmand - .....
b. zetpil - .....
c. kraag - .....
Uitwerkingen
a. wasmand - wasmanden
b. zetpil - zetpillen
c. kraag - kragen