Gevorderd zwakke werkwoorden - voltooid deelwoord
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Gevorderd zwakke werkwoorden - voltooid deelwoord eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Theorie
Uitdaging
In welke gevallen schrijf je geen extra ge- voor het voltooid deelwoord en hoe schrijf je het voltooid deelwoord van deze zwakke werkwoorden dan wel?
Methode
Er zijn vier gevallen waarbij het voltooid deelwoord niet met ge- begint:
1 - Als een werkwoord al met ge- begint
Als dat het geval is, dan komt er geen extra ge bij in het voltooid deelwoord.
gebeuren - het is gebeurd
gebruiken - ik heb gebruikt
2 - Als een werkwoord met een klemtoonloos voorvoegsel begint
Voorbeelden van voorvoegsels van werkwoorden zijn be-, ver-, ont-, mis- en her-. Indien het werkwoord met een dergelijk voorvoegsel begint en de klemtoon ligt niet op dit voorvoegsel, dan komt er geen ge- bij in het voltooid deelwoord.
beseffen - ik heb beseft
verdienen - ik heb verdiend
ontdooien - ik ben ontdooid
misleiden - ik ben misleid
herhalen - ik heb herhaald
3 - Als een werkwoord met een voorzetsel begint waar de klemtoon op ligt
Als dit het geval is, dan schrijf je in het voltooid deelwoord ge áchter het voorzetsel.
afmaken - ik heb afgemaakt
opdienen - ik heb opgediend
voorzeggen - ik heb voorgezegd
najagen - ik ben nagejaagd
4 - Als een werkwoord met een voorzetsel begint waar de klemtoon niet op ligt
Als dit het geval is, dan schrijf je geen ge- in het voltooid deelwoord.
ondermijnen - ik ben ondermijnd
ondervragen - ik ben ondervraagd
overleggen - ik heb overlegd
overbelasten - ik ben overbelast
Vuistregels
Je schrijft geen extra ge- voor het voltooid deelwoord als:
- een werkwoord al met ge- begint
- een werkwoord met een klemtoonloos voorvoegsel begint
- een werkwoord met een voorzetsel begint waar de klemtoon op ligt
- een werkwoord met een voorzetsel begint waar de klemtoon niet op ligt
Voorbeeldvraag
Wat is het voltooid deelwoord?
a. bemannen - zij hebben .....
b. opgooien - zij heeft .....
c. verplaatsen - ik ben ......
Uitwerkingen
a. zij hebben bemand
b. zij heeft opgegooid
c. ik ben verplaatst