Gevorderd - persoonsvorm tt & vt
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Gevorderd - persoonsvorm tt & vt eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Theorie
Uitdaging
Hoe schrijf je de verschillende persoonsvormen van moeilijke werkwoorden in de tegenwoordige & verleden tijd en wanneer gebruik je deze vormen?
Methode
Als je een werkwoord niet kent of er moeilijk uit vindt zien, dan kan je nog steeds gewoon de regels toepassen die je hebt geleerd. Zie onderstaand overzicht voor de regels van de vervoegingen van zwakke werkwoorden.
Tegenwoordige tijd
Ik stam ik?
Jij stam+t
stam jij?
Hij/zij/u/het stam+t hij/zij/u/het?
Wij/jullie/zij hele werkwoord wij/jullie/zij?
Verleden tijd
Ik/jij/hij/zij/het stam + te/de ik/jij/hij/zij/het?
Wij/jullie/zij stam + ten/den wij/jullie/zij?
Of je te(n) of de(n) achter de ik-vorm moet schrijven kan je bepalen met de regel van 't kofschip (of beter: met kofschiptaxi).
Sommige werkwoorden zijn sterke werkwoorden (deze zijn onregelmatig) en volgen dus niet deze regels. Je moet onthouden hoe je de persoonsvormen van deze sterke werkwoorden schrijft door er veel mee te oefenen.
Vuistregels
- In de tegenwoordige tijd gebruik je de stam, stam+t of het hele werkwoord
- In de verleden tijd gebruik je stam+te/de of stam+ten/den
Voorbeeldvraag
Schrijf de juiste persoonsvorm in de zin.
a. Veel Nederlanders ..... (emigreer, tt) na hun studie naar het buitenland.
b. De schrijver ..... (verzenden) vorige week een aantal exemplaren van zijn boeken naar fans.
c. Zij ..... (overeenkomen) dat ze beter niet meer bij elkaar konden wonen.
Uitwerkingen
a. zij (meervoud) = hele werkwoord = emigreren
b. verzenden = sterk werkwoord
enkelvoud verleden tijd = verzond
c. overeenkomen = sterk werkwoord
meervoud verleden tijd = kwamen overeen