De bedrijvende en lijdende vorm
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp De bedrijvende en lijdende vorm eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Theorie
Uitdaging
Wat is de bedrijvende en lijdende vorm en hoe verander je een vorm in de andere vorm?
Methode
Een zin kan in de bedrijvende (= de actieve) of de lijdende (= de passieve) vorm staan. Als je naar de volgende zinnen kijkt zie je direct het verschil tussen de actieve en de passieve vorm:
- De vrienden spelen een spelletje --> actieve (= bedrijvende) vorm
- Een spelletje wordt gespeeld door de vrienden --> passieve (= lijdende) vorm
Als je een zin in de bedrijvende vorm wilt veranderen naar de lijdende vorm, of andersom, dan zijn er een aantal belangrijke regels die je moet gebruiken:
1 - Als een bedrijvende zin in de onvoltooide tijd staat (= nog niet voltooid, dus bijv. "ik loop ...), dan moet je in de lijdende zin het hulpwerkwoord worden gebruiken.
2 - Als een bedrijvende zin in de voltooide tijd staat (= wel voltooid, dus bijv. "ik ben gelopen ...), dan moet je in de lijdende zin het hulpwerkwoord zijn gebruiken.
3 - Bij het omzetten van een zin naar de andere vorm moet de tijd van de zin altijd hetzelfde blijven.
Zie de volgende voorbeelden om te begrijpen hoe je deze regels goed toepast:
bedrijvend - de vrienden spelen het spelletje (onvoltooide tijd)
lijdend - het spelletje wordt gespeeld door de vrienden
bedrijvend - de vrienden hebben het spelletje gespeeld (voltooide tijd)
lijdend - het spelletje is gespeeld door de vrienden
bedrijvend - de vrienden zullen het spelletje spelen (onvoltooide tijd)
lijdend - het spelletje zal door de vrienden gespeeld worden (tijd blijft hetzelfde met zal)
bedrijvend - de vrienden zouden het spelletje gespeeld hebben (voltooide tijd)
lijdend - het spelletje zou door de vrienden gespeeld worden (tijd blijft hetzelfde met zou)
Vuistregels
Als je een zin in de bedrijvende vorm wilt veranderen naar de lijdende vorm, of andersom, dan zijn er een aantal belangrijke regels die je moet gebruiken:
- Als een bedrijvende zin in de onvoltooide tijd staat (= nog niet voltooid, dus bijv. "ik loop ...), dan moet je in de lijdende zin het hulpwerkwoord worden gebruiken.
- Als een bedrijvende zin in de voltooide tijd staat (= wel voltooid, dus bijv. "ik ben gelopen ...), dan moet je in de lijdende zin het hulpwerkwoord zijn gebruiken.
- Bij het omzetten van een zin naar de andere vorm moet de tijd van de zin altijd hetzelfde blijven.
Voorbeeldvraag
Wat is de lijdende vorm?
a. Mirjam eet haar boterham.
b. Mirjan zal haar boterham gegeten hebben.
c. Mirjam had haar boterham gegeten.
Uitwerking:
a. Haar boterham wordt door Mirjam gegeten.
b. Haar boterham zal zijn gegeten door Mirjam.
c. Haar boterham was door Mirjam gegeten.