Het meest gebruiksvriendelijke oefenprogramma vól slimmigheden

Welke lesstof is er beschikbaar in het programma van Slimleren?

Vragend voornaamwoord

Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Vragend voornaamwoord eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.

Vragend voornaamwoord
  • vragend voornaamwoord
  • voornaamwoorden

  Theorie

Uitdaging

Wat is een vragend voornaamwoord en hoe herken je deze in een zin?

Methode

Een vragend voornaamwoord verwijst naar personen of dingen en 'vraagt' daar iets over. Het kan zowel zelfstandig (wie ben jij?) als niet-zelfstandig (welk boek heb jij?) gebruikt worden.

De vragend voornaamwoorden (ook wel vraagwoorden genoemd) die in onze taal voorkomen zijn: wie, wat, welk, welke, wat voor (een) en wiens. Het vraagwoord staat vaak vooraan de zin, maar kan ook in het midden van de zin staan. Zie voorbeelden van de vraagwoorden in de volgende zinnen:

- Wie heeft mij gebeld?
- Ik denk weleens aan wat ik later wil worden. (wat wil ik later worden?)
- Welk merk is jouw favoriet als het gaat om parfum?
- Heb jij enig idee welke rekenmachine het snelste is?
- Wat voor thee heb je allemaal?
Wat voor een balletjes doe jij in de soep?
- Wiens scheetje was dat?

Let op: Vragende voornaamwoorden verwijzen altijd naar iets of iemand. Andere woorden (dan bovenstaande woorden) aan het begin van een vragende zin zijn dus geen vragend voornaamwoorden! Meestal is het dan een bijwoord, zoals in de volgende zinnen:

- Hoe ga jij naar de voorstelling toe? (verwijst niet naar iets/iemand)
- Waarom ga jij naar de kapper? (verwijst niet naar iets/iemand)

  Vuistregels

  • Een vragend voornaamwoord verwijst naar personen of dingen en 'vraagt' daar iets over.
  • De vragend voornaamwoorden (ook wel vraagwoorden genoemd) die in onze taal voorkomen zijn: wie, wat, welk, welke, wat voor (een) en wiens.

  Voorbeeldvraag

Vind de vragende voornaamwoorden in de volgende zinnen:

a. Olivia ging gister met haar hond naar het strand. Weet jij wat voor een hond zij heeft? 
b. Hoe ver is het nog lopen naar de boerderij?
c. Welke dieren kunnen wij daar vinden?
d. Kun jij mij vertellen wiens koekjes dit zijn?


Uitwerking:

a. Het vragend voornaamwoord is 'wat voor (een)'. 
b. In deze zin staat geen vragend voornaamwoord.
c. Het vragend voornaamwoord is 'welke'.
d. Het vragend voornaamwoord is 'wiens'.

 

Benieuwd geworden naar Slimleren?
Start een gratis pilot