Basis - zelfstandig naamwoord
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Basis - zelfstandig naamwoord eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Theorie
Uitdaging
Hoe herken je de zelfstandig naamwoorden in een zin?
Methode
Een zelfstandig naamwoord is een woord dat een zelfstandigheid aanduidt. Zo kan het bijvoorbeeld aanduiden:
- een persoon of dier (man, vrouw, oom, hond)
- een eigennaam (Gerrit, Coca Cola, Apple)
- een ding (plant, fiets, berg)
- een gebeurtenis (ontvoering, feest)
- een plaats (Amsterdam, kantoor)
- niet-concrete dingen (geluk, warmte)
Vóór een zelfstandig naamwoord kan je een lidwoord zetten, kijk bijvoorbeeld naar de volgende zin:
Ik heb onze fietsen schoongemaakt samen met Freek en zijn kinderen.
- fietsen is een zelfstandig naamwoord (de fietsen)
- Freek is een zelfstandig naamwoord (eigennamen zijn altijd zelfstandig)
- kinderen is een zelfstandig naamwoord (de kinderen)
Soms kunnen ook hele werkwoorden voorkomen als zelfstandig naamwoord:
Schilderen is een leuke hobby.
- schilderen is hier een zelfstandig naamwoord (is namelijk zelfstandig gebruikt!)
- hobby is een zelfstandig naamwoord (de hobby)
Vuistregels
- Een zelfstandig naamwoord is een woord dat een zelfstandigheid aanduidt.
- Vóór een zelfstandig naamwoord kan je een lidwoord zetten.
- Soms kunnen ook hele werkwoorden voorkomen als zelfstandig naamwoord.
Voorbeeldvraag
Wat zijn de zelfstandig naamwoorden in de volgende zinnen?
a. Mijn hond speelt graag in de tuin.
b. Op school zit ik naast Evelien.
c. De brandweerman rende het brandende pand in.
Uitwerking:
a. Mijn hond speelt graag in de tuin.
b. Op school zit ik naast Evelien.
c. De brandweerman rende het brandende pand in.