Woorden met -t of -d
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Woorden met -t of -d eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Theorie
Uitdaging
Je hoort een t, maar hoe weet je of je een -d of -t schrijft?
Methode
Spellingsregel: d of t? Maakt het woord langer! Hoor je dan een d? Dan schrijf je dus een d, ook al hoor je een t!
Let op: Woorden met een d kun je altijd langer maken! Kun je het woord dus niet langer maken? Dan schrijf je sowieso een t: wat, het, dit, met, dat...
Voorbeelden t-woorden
ruit - ruiten
fluit - fluiten
pit - pitten
gat - gaten
staart - staarten
Voorbeelden d-woorden
kleed - kleden
meid - meiden
blad - bladeren
pad - paden
hoed - hoeden