Alle trappen van vergelijking
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Alle trappen van vergelijking eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Theorie
Uitdaging
Wat zijn de trappen van vergelijking?
Methode
Er zijn drie trappen van vergelijking:
- de stellende trap
- de vergrotende trap
- de overtreffende trap
Je kunt deze trappen alleen toepassen op een bijvoeglijk naamwoord. Als voorbeeld nemen we het bijvoeglijk naamwoord leuk. De trappen van vergelijking zijn:
- leuk
- leuker
- leukst
De vergrotende trap krijgt -er erbij en de overtreffende trap krijgt -st erbij. Kijk maar naar nog een voorbeeld:
- klein
- kleiner
- kleinst
Let op: als het bijvoeglijk naamwoord op een -r eindigt, dan komt er in de vergrotende trap -der bij:
- zwaar
- zwaarder
- zwaarst
Let op: Als je aan het eind van een lettergreep een lange klank hoort: aa, ee, oo of uu, dan gebruik ik daar maar één letter voor.
- vaag
- vager (er valt een a weg)
- vaagst
Let op: Hoor je een korte klinker aan het eind van een lettergreep? Ga dan met twee dezelfde medeklinkers door. Korte klinkers zijn a, e, i, o en u.
- slim
- slimmer (er komt een extra m bij)
- slimst
Let op: als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op f of s, dan verandert deze letter in de vergrotende trap vaak in de v of z.
- doof
- dover (de f verandert in de v)
- doofst
- vies
- viezer (de s verandert in de z)
- viest