Verleden tijd - sterke werkwoorden
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Verleden tijd - sterke werkwoorden eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Theorie
Uitdaging
Als je de verleden tijd (vt) gebruikt dan zeg je dat er iets al is gebeurd. De sterke werkwoorden veranderen van klank in de verleden tijd.
Er zijn veel sterke werkwoorden. Hoe je de verschillende vormen van de verleden tijd schrijft van deze werkwoorden, moet je gewoon onthouden.
Methode
Hieronder zie je een aantal voorbeelden van de verleden tijd van sterke werkwoorden:
worden | werd | werden |
gaan | ging | gingen |
dragen | droeg | droegen |
lopen | liep | liepen |
breken | brak | braken |
houden | hield | hielden |
lezen | las | lazen |
laten | liet | lieten |
hebben | had | hadden |
ruiken | rook | roken |