Tegenwoordige tijd (f en s)
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Tegenwoordige tijd (f en s) eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Theorie
Uitdaging
Hoe schrijf je de verschillende vormen van de tegenwoordige tijd?
De werkwoordstam vind je door van het hele werkwoord -en af te halen. Maar sommige hele werkwoorden eindigen op -ven of -zen. Bij het maken van de stam verandert dan de v in de f en de z verandert in de s.
Methode
Kijk maar eens naar de vervoeging van het werkwoord blijven:
ik (stam) | blijf |
jij, je, u | blijft |
hij, zij, u, het | blijft |
wij, we | blijven |
jullie | blijven |
zij, ze | blijven |
Onthoud: een ander (mens, dier of ding) krijgt altijd een t, behalve als er je of jij achter het werkwoord staat: geef jij, wijs jij, kerf je, hoos jij…