Het meest gebruiksvriendelijke oefenprogramma vól slimmigheden

Welke lesstof is er beschikbaar in het programma van Slimleren?

can, could

Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp can, could eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.

can, could
  • can
  • could
  • hulpwerkwoorden
  • modals

  Theorie

Uitdaging

Can en could zijn twee hulpwerkwoorden (modals) die veel worden gebruikt in de Engelse taal. In dit onderwerp bespreken we can en could: wat betekent het, wanneer moet je ze gebruiken en hoe ziet de vervoeging van deze werkwoorden eruit?

Methode

Can en could zijn twee hulpwerkwoorden.

  • I can = ik kan
  • You can = jij kan/kunt
  • We can = wij kunnen

  • I could = ik kon / ik zou kunnen
  • You could = jij kon / jij zou kunnen
  • We could = wij konden / wij zouden kunnen

Je gebruikt can dus om te zeggen dat je iets kunt:

  • I can jump over that fence.
  • Chris can tell you what to do.

Als je iets beleefd wilt vragen, dan gebruik je could:

  • Could you give me the sugar, please?
  • Could I play that guitar for a second?

Verder gebruik je could als je wilt zeggen dat je iets kon (verleden tijd) of als je specifiek wilt zeggen dat je iets 'zou kunnen'.

 

Omdat can en could hulpwerkwoorden zijn:

  1. staan ze altijd vooraan bij vragen.
  2. krijgen ze de vorm can't en could not / couldn't in een ontkennende zin.

  Vuistregels

  • Je gebruikt can om te zeggen dat je iets kunt

  • Je gebruikt could als je:
    • iets beleefd wilt vragen
    • wilt zeggen dat je iets kon (verleden tijd)
    • specifiek wilt zeggen dat je iets zou kunnen

  Voorbeeldvraag

Vul in: can, could, can't of couldn't.

1. ..... you help us sir? No, I ..... , I am very sorry. But I am sure Fred ..... help you.
2. She ..... swim nowadays since she is healthy again, but one year ago she still ..... .
3. I regret that I ..... do it back then.

 

Uitwerking

1. Could you help us sir? No, I can't , I am very sorry. But I am sure Fred can help you.
2. She can swim nowadays since she is healthy again, but one year ago she still couldn't .
3. I regret that I couldn't do it back then.

Benieuwd geworden naar Slimleren?
Start een gratis pilot