Het meest gebruiksvriendelijke oefenprogramma vól slimmigheden

Welke lesstof is er beschikbaar in het programma van Slimleren?

their, there, they're

Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp their, there, they're eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.

their, there, they're

  Theorie

Uitdaging

De woorden their, there en they're worden weleens met elkaar verward, omdat ze ongeveer hetzelfde worden uitgesproken. De betekenis is echter anders en je kunt ze niet met elkaar verwisselen.

Maar wanneer gebruik je dan their, wanneer there en wanneer gebruik je they're? Dat leggen we je uit in dit onderwerp!

Methode

Het woord their is een bezittelijk voornaamwoord. Het betekent hun:

  • Those kids are busy with their homework.
  • Die kinderen zijn bezig met hun huiswerk.

Het woord there betekent daar(heen) of er:

  • Would like to go there? Actually, have you ever been there?
  • Wil je daarheen gaan? Trouwens, ben je daar weleens geweest?

De samentrekking they're is een verkorting van they are. Het betekent zij/ze zijn:

  • They're probably the most spectacular circus artists in the world.
  • Ze zijn waarschijnlijk de meest spectaculaire circus artiesten ter wereld.

  Vuistregels

  • Het woord their is een bezittelijk voornaamwoord. Het betekent hun.
  • Het woord there betekent daar(heen) of er.
  • De samentrekking they're is een verkorting van they are. Het betekent zij/ze zijn.

  Voorbeeldvraag

Vul de lege plek in de zin aan. Kies uit: their, there or they're.

1. I think ..... buying some extra water to take with us during tomorrow's excursion. 
2. I think ..... is no one ...... Don't you think so too?
3. Where have you been? Did you go to ..... house?

 

Uitwerking

1. I think they're buying some extra water to take with us during tomorrow's excursion. 
2. I think there is no one there. Don't you think so too?
3. Where have you been? Did you go to their house?

Benieuwd geworden naar Slimleren?
Start een gratis pilot