Welke lesstof is er beschikbaar in het programma van Slimleren?

Uitdaging

Je kan moeilijke zelfstandige werkwoorden en ook zinnen met meerdere zelfstandige werkwoorden en meerdere hulpwerkwoorden tegenkomen. Hoe herken je deze dan?

Methode

Als je een moeilijk werkwoord tegenkomt of een werkwoord dat je niet begrijpt, dan kan je nog steeds erachter komen of dit werkwoord zelfstandig is, omdat je de hulpwerkwoorden eigenlijk altijd wel kent. De truc is om de zin zo kort mogelijk te maken, zodat je ziet dat je sommige werkwoorden kan weglaten en erachter komt dat je één werkwoord (of meerdere werkwoorden) niet kan weglaten. De werkwoorden die je weg kan laten zijn de hulpwerkwoorden en de werkwoorden die in de zin moeten blijven om dezelfde strekking van de zin te houden zijn de zelfstandige werkwoorden. 

Voorbeeld 1

- Ik wil de kaas graag pakken
- Ik pak graag de kaas

--> korter kan je de zin niet maken, anders verander je duidelijk de strekking van de zin
--> wil = hulpwerkwoord
--> pakken = zelfstandig werkwoord

Voorbeeld 2

- Ik zou de was aan je kunnen geven
- Ik kan de was aan je geven
- Ik geef de was aan je

--> korter kan je de zin niet maken, anders verander je duidelijk de strekking van de zin
--> zou, kunnen = hulpwerkwoorden
--> geven = zelfstandig werkwoord

Voorbeeld 3

Ook kunnen er meerdere zelfstandige werkwoorden voorkomen in één zin:

- Ik heb gevist en gegeten
- Ik vis en eet

--> korter kan je de zin niet maken, want als je vissen of eten weglaat dan verander je duidelijk de strekking van de zin
--> heb = hulpwerkwoord
--> gevist, gegeten = zelfstandige werkwoorden

Onthoud in ieder geval altijd goed:

Het belangrijkste werkwoord in de zin, die echt aangeeft wat de handeling, de toestand of het proces is, is het zelfstandige werkwoord. Het zelfstandige werkwoord kan, in tegenstelling tot het hulpwerkwoord, zelfstandig (dat wil zeggen zonder toevoeging van een ander werkwoord) in een zin voorkomen.