Het meest gebruiksvriendelijke oefenprogramma vól slimmigheden

Welke lesstof is er beschikbaar in het programma van Slimleren?

Basis - bijvoeglijk naamwoord

Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Basis - bijvoeglijk naamwoord eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.

Basis - bijvoeglijk naamwoord
  • bijvoeglijk naamwoord
  • BNW

  Theorie

Uitdaging

Hoe herken je een bijvoeglijk naamwoord in een zin?

Methode

Bijvoeglijke naamwoorden zijn woorden die iets zeggen over zelfstandige naamwoorden. Denk bijvoorbeeld aan de jonge man, de lieve kat of het mooie huis. Jonge, lieve en mooie zeggen iets over het woord dat erachter staat (over de zelfstandige naamwoorden).

 

Kijk bijvoorbeeld naar de bijvoeglijke naamwoorden in de volgende zinnen:

De oude vrouw eet iedere avond haar favoriete gerecht.

- oude is een bijvoeglijk naamwoord (zegt iets over de vrouw)
- favoriete is een bijvoeglijk naamwoord (zegt iets over het gerecht)

De lieve jongen was een gesloten boek.

- lieve is een bijvoeglijk naamwoord (zegt iets over de jongen)
- gesloten is een bijvoeglijk naamwoord (het is eigenlijk een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord, gesloten komt namelijk van het werkwoord sluiten en het zegt hier iets over het boek, namelijk dat het een gesloten boek is)

 

  Vuistregels

  • Bijvoeglijke naamwoorden zijn woorden die iets zeggen over zelfstandige naamwoorden. Denk bijvoorbeeld aan de jonge man, de lieve kat of het mooie huis.

  Voorbeeldvraag

Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden in de volgende zinnen?

a. Mijn chaotische moeder is altijd alles kwijt. 
b. De hoge waterstand zorgde voor overlast. 
c. Het snelle autootje reed vliegensvlug weg. 

 

Uitwerking

a. Mijn chaotische moeder is altijd alles kwijt. 
b. De hoge waterstand zorgde voor overlast. 
c. Het snelle autootje reed vliegensvlug weg. 

De onderstreepte woorden zijn de bijvoeglijke naamwoorden die iets zeggen de zelfstandige naamwoorden; moeder, waterstand en autootje.

 

Benieuwd geworden naar Slimleren?
Vraag gratis pilot aan