Zet de getallen van laag naar hoog tot 50.000
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Zet de getallen van laag naar hoog tot 50.000 eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Theorie
Uitdaging
Je moet kunnen zien of een getal hoger of lager is dan een ander getal.
Hoe je dat doet lees je hier.
Methode
Stel je hebt de volgende vijf getallen onder de 50.000:
34.900 - 26.456 - 9.874 - 34.451 - 26.453
Volgorde bepalen
Stap 1: Zet de getallen onder elkaar met de eenheden onder de eenheden, tientallen onder de tientallen, honderdtallen onder honderdtallen, duizendtallen onder duizendtallen en tienduizendtallen onder tienduizendtallen.
34.900
26.456
9.874
34.451
26.453
Stap 2: Kijk naar de tienduizendtallen. Kijk naar het tienduizendtal van de getallen en zet deze op volgorde van klein naar groot. Géén tienduizendtal betekent natuurlijk klein. Deze zet je dus bovenaan.
9.874
26.456
26.453
34.900
34.451
Stap 3: Kijk naar de duizendtallen. Kijk eerst naar de getallen zonder tienduizendtal. Kijk naar het duizendtal van deze getallen en zet deze op volgorde van klein naar groot. Kijk daarna naar de getallen met tienduizendtal. Kijk naar het duizendtal van deze getallen en zet deze op volgorde van klein naar groot. Dit staat al in de juiste volgorde.
9.874
26.456
26.453
34.900
34.451
Stap 4: Kijk naar de honderdtallen. Kijk alleen naar de getallen met hetzelfde tienduizendtal én hetzelfde duizendtal. Kijk naar het honderdtal van deze getallen en zet deze op volgorde van klein naar groot.
9.874
26.456
26.453
34.451
34.900
Stap 5: Kijk naar de tientallen. Kijk alleen naar de getallen met hetzelfde tienduizendtal, hetzelfde duizendtal én hetzelfde honderdtal. Kijk naar het tiental van deze getallen en zet deze op volgorde van klein naar groot.
9.874
26.456
26.453
34.451
34.900
Stap 6: Kijk naar de eenheden. Kijk alleen naar de getallen met hetzelfde tienduizendtal, hetzelfde duizendtal, hetzelfde honderdtal én hetzelfde tiental. Kijk naar de eenheid van deze getallen en zet deze op volgorde van klein naar groot.
9.874
26.453
26.456
34.451
34.900