Zet de getallen van laag naar hoog tot 1.000
Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Zet de getallen van laag naar hoog tot 1.000 eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.
Theorie
Uitdaging
Je moet kunnen zien of een getal hoger of lager is dan een ander getal.
Hoe je dat doet lees je hier.
Methode
Stel je hebt de volgende vijf getallen onder de 500:
984 - 981 - 475 - 479 - 285
Volgorde bepalen
Stap 1: Zet de getallen onder elkaar met de eenheden onder de eenheden, tientallen onder de tientallen en honderdtallen onder de honderdtallen.
984
981
475
479
285
Stap 3: Kijk naar de honderdtallen. Zet de getallen aan de hand van het honderdtal op volgorde van klein naar groot.
285
475
479
984
981
Stap 4: Kijk naar de tientallen. Kijk alleen naar de getallen met hetzelfde honderdtal. Kijk naar het tiental van deze getallen en zet deze op volgorde van klein naar groot. In dit geval staat dat al in de juiste volgorde.
285
475
479
984
981
Stap 4: Kijk naar de eenheden. Kijk alleen naar de getallen met hetzelfde honderdtal en hetzelfde tiental. Kijk naar de eenheid van deze getallen en zet deze op volgorde van klein naar groot.
285
475
479
981
984