Het meest gebruiksvriendelijke oefenprogramma vól slimmigheden

Welke lesstof is er beschikbaar in het programma van Slimleren?

Lidwoorden (a, an, the)

Met Slimleren oefenen leerlingen thuis of in de les, op een leuke en interactieve manier, de stof die jij voor ze klaar zet. Benieuwd naar onze stof? Hieronder zie je hoe het onderwerp Lidwoorden (a, an, the) eruit ziet. Leerlingen kunnen in Slimleren vragen over dit - en ieder ander - onderwerp maken. Docenten kunnen de resultaten daarvan inzien en daarmee hun lessen efficiënter inrichten en makkelijker differentiëren.

Lidwoorden (a, an, the)
  • lidwoorden
  • bepaalde lidwoorden
  • onbepaalde lidwoorden

  Theorie

Uitdaging

Lidwoorden (articles) zijn in de Nederlandse taal de meest gebruikte woorden. We kennen ze allemaal wel: de, het en een. In het Engels komen uiteraard ook lidwoorden voor, namelijk: a, an & the.

Maar wanneer gebruik je a, wanneer an en wanneer the? Deze vragen komen aan bod in dit onderwerp.

Methode

Als je in het Nederlands de lidwoorden de of het voor een zelfstandig naamwoord zet, dan gebruik je in het Engels het lidwoord the. Dit lidwoord is het bepaalde lidwoord, dat altijd naar iets specifieks verwijst (the bike = de fiets).

  • Wij zijn naar de fabriek gegaan om alle veiligheidsvoorzieningen te controleren.
  • We went to the factory to check all safety devices.
  • Het gebouw aan de overkant van de straat staat al jaren leeg.
  • The building across the street has been empty for years.

 

Als je in het Nederlands het lidwoord een voor een zelfstandig naamwoord zet, dan gebruik je in het Engels de lidwoorden a of an. Deze lidwoorden zijn de onbepaalde lidwoorden, die altijd naar iets algemeens verwijzen (a bike = een fiets). Maar wanneer gebruik je welke?

Het lidwoord a gebruik je voor woorden die beginnen met een medeklinkerklank. Het gaat dus volledig om de klank waarmee het woord begint als je het uitspreekt:

  • I am sitting at a table.
  • This is going to be a great day!
  • Do you have a drivers licence?
  • That is a once in a lifetime opportunity! ('once' spreek je uit als 'wans' en begint dus met een w-klank, oftewel een medeklinkerklank)
  • This is a useful suggestion. ('joesful' begint met een j-klank)

Het lidwoord a wordt an als het volgende woord met een klinkerklank begint.

  • He gave me an offer I can't refuse.
  • I just witnessed an accident at the crossing.
  • The detective started an investigation.
  • Would you like to have an apple?
  • She was an hour late at work. ('hour' spreek je uit als 'our', dus een klinkerklank)

Bij een afkorting die als letters wordt uitgesproken die begint met een A, E, I, O, of met een F, H, L, M, N, R, S of X, gebruik je an, omdat deze afkortingen met een klinkerklank beginnen ('ef', 'eetsj', 'el', 'em', 'en', 'ar', 'es', 'ex'):

  • I lost my money! Is there an ATM close by?
  • He asked me to show him an ID-card.

  • Can you save an MP3 file on that usb-key?
  • My brother works as an FBI agent.
  • Jonathan bought an HD television with his friends.
  • I was interviewed by an NBC reporter.

 

Uitzonderingen 

Bij instellingen als hospital, school, prison, college, university, church gebruik je geen 'the' als je denkt aan het gebruik van de gebouwen, en niet aan de gebouwen zelf. Ook bij straatnamen, jaargetijden en maaltijden wordt het lidwoord meestal weggelaten:

  • We go to school every week.
  • He is in hospital now.
  • I live on Sloterkade 167 in Amsterdam.
  • Spring is my favourite season.
  • I am going for lunch now.

Je gebruikt wel "the" als je echt het gebouw bedoelt:

  • She had been wandering around the hospital all night.

  Vuistregels

  • Het lidwoord a gebruik je voor woorden die beginnen met een medeklinkerklank.
  • Het lidwoord a wordt an als het volgende woord met een klinkerklank begint.
  • Bij een afkorting die als letters wordt uitgesproken die begint met een A, E, I, O, of met een F, H, L, M, N, R, S of X, gebruik je an, omdat deze afkortingen met een klinkerklank beginnen.

  Voorbeeldvraag

Zet het juiste lidwoord voor het zelfstandig naamwoord. Kies tussen a of an.

1. ..... house
2. ..... event
3. ..... uniform
4. ..... MP3 player
5. ..... strawberry
6. ..... honour

 

Uitwerking

1. a house
2. an event
3. a uniform
4. an MP3 player
5. a strawberry
6. an honour

Benieuwd geworden naar Slimleren?
Vraag gratis pilot aan